Heel lang, soms wel jaren, was er door de jongeren naar uitgekeken: de Wereldjongerendagen (WJD) in het Poolse Krakau. Nu ze alweer achter de rug zijn, willen de jongeren de geloofsimpuls die ze in juli in Krakau kregen vooral vasthouden. Redactrice Susanne van den Berk en fotografe Selina De Maeyer waren er namens Katholiek Nieuwsblad bij.
‘Zaadjes die mogen groeien’
Het was “onbeschrijflijk leuk!”, zegt Roseanne Bouma (20) uit het bisdom Roermond over de WJD. De grootste jongerenontmoeting ter wereld was opnieuw een intense en onvergetelijke ervaring. Een week lang was Krakau een stad vol gezang in alle talen, vol omhelzingen, vol van gedeelde vreugde en blijdschap en vooral van samen het geloof delen en vieren. Het waren dagen die enorm veel indruk maakten op de Nederlandse en Vlaamse jongeren die erbij waren in Polen.
“Er is zoveel moois gebeurd”, vertelt Roseanne in gesprek met KN. “Ik ben gelovig, maar tijdens de WJD kun je dat echt een boost geven. De WJD zijn een extra toenadering tot God. Je ervaart echt weer dat God er voor je is.” De Wereldjongerendagen zijn voor haar weken “van gezelligheid, van diepere vriendschappen en van verdieping met God geweest”. Dat is ook wat ze heeft meegenomen naar huis in Nederland: “Vooral dat het geloof heel erg mooi is en dat het niet erg is om te geloven.” Zuster Julie (26) van de Zusters van Liefde uit het Belgische Kortemark nam voor de tweede keer deel aan de WJD en vond het net als Roseanne “echt heel erg mooi. Vooral omdat het geloof zich in Polen overal toont. Johannes Paulus II en zuster Faustina zijn overal in Krakau aanwezig.” Dat maakte het, zo zegt ze, “dubbel zo bijzonder”. “Het was veel gaver en anders dat ik had verwacht”, zegt de vijftienjarige Daniël Verhoeven, die met het bisdom Haarlem-Amsterdam meereisde. Ook hij vond het ontmoeten van zo veel andere gelovige jongeren en de verbondenheid met iedereen heel bijzonder. “Dat kom je normaal nooit tegen, dus ja, dat gevoel hoop ik thuis vast te houden.”
Na deze bijzondere ervaring is het nu de uitdaging om deze geloofsimpuls vast te houden, ook bij thuiskomst in Nederland en Vlaanderen. Dat beaamt ook mgr. Rob Mutsaerts, hulpbisschop van Den Bosch én bisschop-referent voor de jongeren: “De WJD bemoedigen natuurlijk. Je moet af en toe opladen met nieuwe energie, want anders sukkelt het in.” De hulpbisschop ziet dat de dagen in Krakau de jongeren vooral hebben bemoedigd vanwege de vreugde die overal merkbaar is. “Maar ook dat er heel veel jongeren bij elkaar zijn. Thuis, ben je vaak de enige in je eigen parochie. Maar hier zien ze: oh wow, het zijn er toch wel heel veel. En dat is goed voor ze om te weten”.
Mgr. Mutsaerts zegt in gesprek met KN blij te zijn “dat er veel jongeren zijn die zich naderhand ook echt in gaan ze en voor hun parochie”. “Die impuls hebben we als Kerk hard nodig. Het zijn zaadjes die mogen groeien. Dat gebeurt, dat is het gevolg van de Wereldjongerendagen. Dat hoor ik al jaren. Je hebt dat hier ter plekke nog niet zo in de gaten, maar dat hoor je achteraf telkens weer.”